Het koffertje van mijn Indische oma

~ Twee levens in een koffertje gepakt, nog tussen twee werelden in, op weg naar het nieuwe onbekende. Een streep wordt door het oude gezet, en mist daalt langzaam neer over verhalen en herinneringen. ~

 

Toen ik in de zomer van 2021 begon aan het eindproject voor de Illustratie Expeditie van Femke Veltkamp, voelde ik heel sterk waar ik een serie werken aan wilde wijden: mijn vader. Na zijn overlijden in het voorjaar van dat jaar waren er zo veel dingen die ik voelde, miste, me afvroeg – en hoogstwaarschijnlijk nooit meer de antwoorden op zou vinden.

Met de serie ‘In mij, mijn vader’ wilde ik mijn vader in beeld brengen zoals ik hem heb beleefd, als vader en als mens. Ik heb me altijd verbonden gevoeld met mijn Indisch-Nederlandse oorsprong, maar ik ben me in de afgelopen jaren pas gaan realiseren hoe sterk het verlangen is naar meer achtergrondinformatie, oorsprongverhalen, bedding en verbinding.

Geleid door de weinige beelden, herinneringen, verhalen en spullen die er nog zijn, én het gemis eraan, ging ik op ontdekkingsreis – naar mijn vader, mijzelf en onze oorsprong. Ik ben mijn eigen beelden en verhalen gaan creëren, gevuld met liefde, trots, dankbaarheid, kracht, verdriet, gemis, verwondering en verlangen. Ze voelen als een groeiende verzameling ansichtkaarten van in- en uitzichten die ik mezelf stuur, onderweg op mijn reis. Het brengt een mix van emoties doorvoelen, eer betonen, mijn eigen verbeeldingskracht ervaren, zijn onuitputtelijke support missen, en rouwen. Om het verlies van een liefhebbende vader, en om een deel van hem dat voor mij altijd onbereikbaar is geweest.

Een koffertje vol verborgen verhalen
De inspiratie voor de eerste verbeelding die ik maakte was het koffertje van mijn Indische oma Suzanna. Met dat koffertje in de ene hand en mijn 10-jarige vader aan de andere hand – zo stel ik het mij voor – liet ze haar geboorteland achter zich en vertrok naar Nederland. Op 25 mei 1952 stapten ze in het toenmalige Tandjong Priok aan boord van de SS Zuiderkruis, om na een reis van een maand aan te komen in Rotterdam.

Ik probeer me er een voorstelling van te maken hoe ze aan de verre overkant hun levens vormgaven als Indische Nederlanders in een schurende, verschuivende en verdwijnende samenleving, in een verdeeld land. Wonen, werken, naar school gaan, sociale verhoudingen en verbindingen, verschuivingen voelen, je niet veilig of welkom voelen, gevangenschap, overleven.
Hoe mijn oma en vader vervolgens hun oorsprongwortels uit de grond moesten trekken om naar een land te vertrekken dat ze nooit eerder hadden gezien en ervaren. Zonder hun man en vader, die in een Japans interneringskamp was overleden. Hoe ze na een reis van een maand in een onbekende, koudvoelende omgeving aankwamen, waar ze hun uiterste best deden om een nieuwe start te maken. Waar van hen geëist werd dat ze zich aanpasten – en delen van zichzelf wegstopten – om een plek in het geheel te mogen verdienen.

Mijn vader vertelde niet veel over zijn vroege leven, en ik denk dat ik zijn onzichtbare muurtjes en luikjes te zeer aanvoelde om door te vragen. Maar hoe meer ik lees, hoor, voel en herken in de verhalen van andere mensen, hoe meer ik begrijp waarom er mistlagen over beelden, emoties, verhalen en herinneringen kunnen neerdalen. Dat het opbouwen van een nieuw leven vooruitkijken vereist, en geen negativiteit duldt. Dat achteromkijken en erover praten te pijnlijk en niet-constructief voelt.

In het koffertje van mijn oma – en in de paar andere tastbare dingen die ik van haar heb – liggen vele verhalen verborgen. Ik hoop sommige van die verhalen via mijn eigen verbeelding een weg naar buiten te geven.

 

~ ‘Het koffertje’ is gemaakt met acrylverf, krijt, ecoline en potlood ~